Geef de natuur geen prijskaartje maar rechten

Steeds luider roept een aantal milieuactivisten op tot toekenning van rechten aan de natuur, ook juridisch. Blijkbaar vereist natuurbehoud bepaalde wetten en schieten de huidige tekort. Niettemin zijn milieuactivisten zelf hiervoor medeverantwoordelijk. Zo vindt Frank Kalshoven (VK, 25-04) dat zij ‘te weinig met de vuist op tafel slaan’. Het gaat hier echter niet zozeer om moed als wel strategie.

            Onze economie steunt tot in detail op een ruilmodel en geld als ruilmiddel. In het algemeen wordt alleen dan iets gedaan of gelaten als daar op enige wijze voor wordt betaald. Milieuactivisten moeten, binnen en buiten parlementen, opboksen tegen tegenstanders die meestal aanzienlijk rijker zijn. Niet vreemd dat ze die strijd dikwijls verliezen en de invloed van geld zeer betreuren. Desondanks is hun houding in dezen nogal ambivalent. Enerzijds leveren milieuactivisten hevige kritiek op grootverdieners als multinationals of banken, evenals (of-schoon minder) op de consumerende burger. Anderzijds spelen zij het ‘spel’ vaak klakkeloos mee door maatregelen te bepleiten als belastingheffingen, subsidies en true pricing. Deze twee-slachtigheid in de strategie van milieuactivisten vermindert hun doelmatigheid. Temeer omdat genoemde maatregelen weinig tot niets bijdragen aan preventie en maatschappelijke gelijkheid. Hoe doelmatig is het bijvoorbeeld om onder het motto ‘de vervuiler betaalt’ de grondstofprijs van onduurzaam product X te verhogen als die verhoging vervolgens aan elke (arme of rijke) consument wordt doorberekend? Waarschijnlijk gaat, omwille van economische groei, de productie van X gewoon door.

            Het geeft aanleiding eens een maatschappij zónder geld te overwegen, zoals in ‘Een wereld zonder geld en bezit’.  Of om geld, zolang het nog onvermijdbaar is, slimmer te gaan gebruiken. Zie bijvoorbeeld Stichting BD Grondbeheer die, ten behoeve van natuurvriendelijke landbouw, percelen permanent onttrekt aan grondspeculatie.

            Daarnaast is er nog een heel andere optie. Als financiële macht tekortschiet en/of discutabel is, wordt numerieke macht, ofwel een brede beweging, zeer gewenst. Het is de enige manier om in een parlementaire democratie, zelfs bij gebrek aan (veel) geld, wetten bedacht, gerealiseerd en gehandhaafd te krijgen. De milieubeweging is echter lang niet zo breed, dus juridisch sterk, als zij kan zijn. Ook hier zou een strategiewijziging veel betekenen. Dit vanwege verschillende natuurvisies.

            In de spirituele visie is de aarde een ecosysteem waarvan mensen onderdelen zijn die, evenals (sommige) andere onderdelen, een ziel hebben met een wil en het vermogen daarnaar te handelen. Daardoor kan de aarde (of een berg) aan mensen ‘vragen’ door hen beschermd te worden, zelfs krachtens een recht daarop. Ook kan iets aan de aarde worden geschonken of ermee worden geruild. Spirituele mensen ervaren met de natuur een interactie zoals met elkaar, inclusief een verlangen naar harmonie. Lees bijvoorbeeld ‘In gesprek met de Noordzee’ (Baaijens, 2025).

            In de materialistische visie zijn mensen eveneens onderdeel van de aarde maar ma-terialisten verwerpen het bestaan van een ‘ziel’ naast elke vorm van antropomorfisme, het toekennen van menselijke eigenschappen aan iets niet-menselijks. Een echte interactie tussen mensen en niet-mensen achten zij uitgesloten.

            De pragmatische visie combineert voorgaande visies. Pragmatisten ontkennen het bestaan van een ziel, evenals de mogelijkheid van echte interacties met niet-mensen (hoogstens sommige dieren uitgezonderd). Desondanks gebruiken zij antropomorfisme als een dienstige metafoor in de communicatie over de natuur.

            De spirituele en de pragmatische visie zijn sterk in opmars. Beide als reactie op de steeds ernstiger gevolgen van antropocentrisme, een natuurvisie die de mens buiten én boven de aarde plaatst en dit waardeoordeel rechtvaardigt door de aanname dat alleen mensen een ziel hebben. Het ‘andere’ bestaat louter uit inferieure dingen, hetgeen mensen, vaak aangespoord door een goddelijke of marktbepaalde ‘noodzaak’, een vrijbrief geeft al die dingen, van regenwouden tot gedehumaniseerde tot slaaf gemaakten, te exploiteren.

            Een brede milieubeweging komt niet dichterbij door, zoals Turnhout en Westerman (De Groene, 16-04), de verschillen tussen de spirituele en pragmatische visie te benadrukken. Milieuactivisten bereiken een brede beweging meer door de overeenkomsten tussen beide visies te zoeken. Op deze manier zijn al diverse juridische successen behaald, zoals van de bekende Whanganui-rivier in Nieuw-Zeeland. Aldus zijn nog veel meer successen haalbaar.

            Dat gaat, zoals Tim Bleeker (Trouw, 28-02) beschrijft, niet zonder moeite. En eigenlijk horen wetten overbodig te zijn. Evengoed ‘vraagt’ de aarde momenteel precies wat ook de mens vraagt: geen prijskaartje maar rechten.

Wil je reageren? Ga naar: 

Maak jouw eigen website met JouwWeb