De meest verslavende en ontwrichtende drugs in de maatschappij: geld en bezit

(auteur: Jan van Beusekom)

Een patiënt in crisis

Samen met een arts ben ik onderweg naar een spoedgeval, de heer de Maatschappij. In het kader van  de campagne “Geld maakt meer kapot dan je lief is” doe ik verslag van de acties die daarvoor ondernomen worden. Deze campagne is opgezet omdat de vernietigende werking van geld - en dan met name het verslavende bestanddeel daarin bezit - de laatste tijd op allerlei niveaus dusdanig toegenomen is, dat ingrijpen noodzakelijk is. Zoals de meeste drugs zorgen geld en bezit voor kortstondige bevrediging, waarna het effect snel wegebt. Ondertussen verlammen ze het functioneren, richten ze schade aan en is er steeds meer nodig om bevredigd te raken. De patiënt beseft donders goed dat deze drugs schadelijk zijn, maar de verslaving is zó groot dat hij denkt niet zonder te kunnen. Vaak is dat natuurlijk ook zo. Afkicken van een drug brengt zoveel pijn met zich mee en kost zoveel moeite dat het voor de  patiënt zonder hulp vrijwel onmogelijk is om uit de spiraal van zelfvernietiging te stappen.

 Leefsituatie als spiegel van verval

Wanneer we bij de heer de Maatschappij aanbellen wordt al meteen duidelijk wat deze drugs aanrichten. De hele tuin is vervuild, planten zijn verdord en bij het enige boompje in de tuin hangt aan de vrijwel kale takken nog slechts een enkel vaal en kromgetrokken blad. De vijver ligt vol met plastic waartussen nog een paar vissen zwemmen die wanhopig naar lucht happen. Bij de buren is het overigens niet veel beter. Tussen de tuinen staan grote hekken ter bescherming van het eigen bezit. Achter een van de ramen is een wantrouwend gezicht te zien: “Wat is er nu weer met de heer de Maatschappij aan de hand”. Hij wil het liefst niets met hem te maken hebben. Maar ja, je bent buren, je moet wel. Aan de andere kant vindt hij het toch wel heerlijk dat zijn tuin groter is dan die van de heer de Maatschappij. De arts schudt het hoofd en merkt op dat ook de buren wellicht grootgebruiker zijn.

De deur gaat open en in de deuropening verschijnt een iele mijnheer de Maatschappij. Zijn grauwgele en door pijn verwrongen gezicht verraadt de slechte toestand waarin hij verkeert. Als we het huis binnengaan komt de stank ons tegemoet. De arts pakt meteen haar luchtkwaliteitsmeter. Het blijkt dat de hoeveelheid ammoniak en CO₂ ver boven het maximaal veilige ligt. Overal liggen halfvergane resten voedsel en het huis is tot de nok volgestouwd met spullen. Ook hier wreekt zich de werking van geld en bezit: meer is beter.

Het verzet van de patiënt

 De heer de Maatschappij is zichtbaar verbaasd over ons bezoek. Hij weet dat het niet goed met hem gaat, maar wil niet geloven dat zijn toestand veroorzaakt wordt door zijn gebruik van geld en bezit. “Een leven zonder geld en bezit is onmogelijk”, “zegt hij. “Een leven zonder geld en bezit is als een leven zonder lucht. Bovendien, kijk naar wat het me gebracht heeft. Mijn lijf heeft zich in honderden jaren ontwikkeld tot een volwassen persoon. Steeds meer cellen, ik noem ze individuen, krijgen genoeg voedsel om te overleven. Weliswaar krijgen sommige organen, ik noem ze landen, meer dan andere organen, maar dat ligt niet aan geld en bezit zelf. De oplossing daarvan moet gezocht worden in een betere verdeling van geld en bezit en in de productie van meer bezit.”

 Een eerdere crisis

De arts hoort het voor haar bekende verhaal aan. Het is natuurlijk ook niet niks hoe je in de loop der tijd, sluipenderwijs afhankelijk raakt van een drug. Zelfs zo afhankelijk dat je niet beter weet dan dat geld en bezit noodzakelijk zijn. Ze kent de casus van patiënt de Maatschappij. In 1929 had hij bijvoorbeeld een zware inzinking, de beurskrach. Toen de drug geld plotseling zijn waarde verloor, stopten vrijwel alle organen en cellen met functioneren. Die cellen en organen hadden geleerd om alleen iets te doen als ze gevoed werden door geld en bezit. Vertaald naar het lijf van mijnheer de Maatschappij betekende dit dat fabrieken te weinig geld hadden om grondstoffen in te kopen. Productie viel stil, waardoor er niets meer verkocht kon worden. Inkomsten verdwenen waardoor ze failliet gingen. Werknemers konden vervolgens geen geld meer verdienen omdat ze geen werk meer hadden. Winkels konden geen producten verkopen omdat er geen producten meer gemaakt werden, waardoor ze moesten sluiten. Een grote crisis brak uit. Mensen verhongerden en uiteindelijk brak er strijd uit over de schaarse middelen. Organen die elkaar nodig hadden, gingen elkaar tegenwerken. “Stel nu”, zegt de arts, “dat na die geldontwaarding, iedereen hetzelfde was blijven doen als de dagen ervoor, maar zonder geld. Dat de fabrieken gewoon met grondstoffen bevoorraad werden zodat ze dezelfde producten bleven maken. Dat alle werknemers bleven doorgaan met werken. Dat winkels weer vol lagen met de producten uit de fabrieken en dat iedereen de spullen uit de winkels haalde zoals eerder, maar dan zonder te betalen. Maar let wel, precies evenveel als ze voorheen deden, dus niet meer of minder. Dan zou die hele beurskrach niets hebben betekend. Iedereen zou in dezelfde omstandigheden gebleven zijn. Het laat zien hoe funest het gebruik van geld kan zijn.”

Het belang van vertrouwen

Ik werp tegen dat dat het gevolg is van de waarde van geld. Geld is een bedacht middel, waarvan de waarde gebaseerd is op onderling vertrouwen. Om mijnheer de Maatschappij gezond te houden, hoeven we er alleen maar voor te zorgen dat iedereen vertrouwen houdt in geld. Wanneer dat geld constant in waarde blijft, vormt het het ideale smeermiddel om mijnheer de Maatschappij gezond te laten functioneren en is het eigenlijk het enige middel om hem te laten groeien en zich te ontwikkelen. Het vergemakkelijkt de communicatie tussen de verschillende cellen en organen.

Dat lijkt op het eerste gezicht zo,” antwoordt ze. “De praktijk wijst echter anders uit. Eigenlijk is die versoepelde communicatie als vermeende eigenschap van geld, niets meer dan het duivels stemmetje dat iedere drug heeft, een oppervlakkig voordeel. Je zei dat we, om mijnheer de Maatschappij gezond te houden, ervoor moesten zorgen dat de waarde van geld gelijk blijft en dat dat alleen kan als we elkaar op dat gebied blijven vertrouwen. Helaas, inherent aan geld en sterker nog zijn toxische bestanddeel bezit, is dat ze vertrouwen ondermijnen. Niet alleen vertrouwen in de waarde van geld, maar überhaupt het onderlinge vertrouwen.

Ze vervolgt: “Geld en bezit dragen de noodzaak in zich om te worden beschermd. Dit gebeurt op alle niveaus. Op celniveau, tussen individuen en op orgaanniveau bijvoorbeeld tussen landen. In plaats van samenwerking zorgt dat voor concurrentie en wantrouwen. Kijk naar de hekken die hier om de tuinen staan en de wantrouwende blik van de buurman. En geloof ook niet het andere duivelse stemmetje dat concurrentie goed is en innovatie versterkt. In tegenstelling tot competitie, dat de ander nodig heeft om te floreren, wil concurrentie juist de ander uitbannen. Daarvoor is het in eerste instantie bezig om de ander te verslaan, op wat voor manier dan ook. Dat kan inderdaad door innovatie, maar dat is slechts een bijproduct. Om iets goed te laten functioneren moeten alle onderdelen daarvan optimaal met elkaar samenwerken. Concurrentie werkt dat tegen.

Het onderzoek

Ze start het onderzoek en wijst naar de gele huid van de heer de Maatschappij. Het laat de concurrerende werking van geld en bezit zien. De lever, in het geval van de heer de Maatschappij, de Verenigde Staten, is totaal vervet. Geld en bezit hebben zich erin opgehoopt, waardoor de functie van de lever, het onschadelijk maken van giftige stoffen aangetast wordt. Kortom het lichaam wordt vergiftigd. Deze drug zorgt ervoor dat niet het functioneren van een orgaan van belang gevonden wordt, maar de drug zelf. Deze  werking van de drug heeft zich door het hele lijf van de heer de Maatschappij uitgezaaid. Vrijwel alle organen en ook de meeste cellen zijn voor hun functioneren afhankelijk van geld en bezit. En omdat voor geld en bezit geldt dat meer is beter, betekent dat dat hoe meer geld en bezit je hebt, hoe meer macht je hebt. Omdat het functioneren gebaseerd is op geld en bezit kan degene die veel heeft het functioneren van de ander sturen.

De arts verzoekt de heer de Maatschappij op bed te gaan liggen voor verder onderzoek. Ze constateert al snel dat ook het immuunsysteem van de heer de Maatschappij, de democratie, ernstig is aangetast. Cellen en organen luisteren niet meer naar elkaar en werken elkaar tegen in hun jacht op geld en bezit. Gevaren van buitenaf, zoals milieuvervuiling en klimaatcrisis, worden niet aangepakt omdat dat ten koste gaat van de verwerving van meer geld en bezit. Normaliter zou in een perfect werkende democratie, waarin ieder individu en land van gelijke waarde is, de aandacht automatisch naar het bestrijden van die gevaren gaan. Geld en bezit zijn dan niet de sturende factoren voor het functioneren, maar het goed functioneren van het gehele lijf zelf is de allesbepalende motor. Dit brengt ook een andere toxische werking van deze drugs aan het licht. Het algemeen belang wordt uit het oog verloren omdat alleen het eigenbelang telt. En dat eigenbelang is gestoeld op meer is beter. Eerder zagen we al in het voorbeeld van de lever dat meer niet altijd beter is, dus dat het het eigenbelang uiteindelijk tegenwerkt. Maar ook het negeren van het algemeen belang werkt het eigenbelang tegen zoals te zien is bij de immuniteitsproblemen, waardoor het hele lijf en daarmee alle cellen en organen te gronde gaan. Medisch onderzoek heeft al aangetoond dat de ziekmakende werking van geld en bezit niet de individualisering is. Dat is slechts het symptoom dat naar de oppervlakte komt.  Het zit dieper in de cellen verborgen. Het is het wantrouwen in de ander. Het wantrouwen in andere cellen (individuen), andere organen (landen), maar ook het wantrouwen in de werking van de ander (politiek, wetenschap, media). En juist dit wantrouwen wordt gevoed door deze drugs. Zij stimuleren, door hun noodzaak tot bescherming en hun zucht naar meer, het afzetten tegen de ander. 

Functioneren gebaseerd op ruilen

De heer de Maatschappij vraagt aan de arts, verslaafd als ie is, hoe zij in Godsnaam, een leven zonder geld en bezit mogelijk acht. “Kijk, om mijn lichaam goed te laten functioneren moeten alle onderdelen (cellen en organen) goed werken. Maar omdat ze afhankelijk zijn van elkaar, zijn geld en bezit ideale middelen om te communiceren tussen die onderdelen. Die goede communicatie vormt uiteindelijk de basis voor een gezond lijf. Dat betekent dat als een cel of orgaan iets levert, dat die er dan iets gelijkwaardigs voor terugkrijgt. Dat is niet alleen het eerlijkst, het zorgt er ook voor dat zij kunnen blijven functioneren. Bovendien stimuleert het hen om meer en beter te presteren, zodat niet alleen zij, maar het hele systeem er van profiteert. Ik bedoel, ik ga heus niet werken als ik er niets voor terug zou krijgen en zo werkt het in mijn lijf ook”.

Helaas”, zegt de arts, “zo werkt het nu in uw lijf. Voor wat hoort wat, een ruilhandel. Dat is ook de oorzaak van de slechte staat van uw lijf. Alles werkt alleen als er iets tegenover staat. Bezit is dan van cruciaal belang. Ik geef bezit (geld, diensten, producten, materiaal, kennis) en verwacht daar hetzelfde in waarde voor terug. Zou dat niet gebeuren dan geef ik ook niet en werk ik dus ook niet. Dat is ook de reden van wat er met u in 1929 gebeurde. Omdat geld vrijwel de enige grondstof voor waardeverdeling was werd u ernstig ziek toen dat geld haar waarde verloor. Niemand deed nog iets. Die ruilhandel werkt alleen als we volledig vertrouwen in elkaar hebben. Maar zoals ik u eerder verteld heb zorgen geld en bezit juist voor wantrouwen.”

Daarom vertelt ze de heer de Maatschappij dat hij volledig af moet van geld en bezit. Pas dan kan zijn lijf opknappen. En pas dan ontstaat er ook de mogelijkheid dat het zich weer in positieve zin en in harmonie met de omgeving kan ontwikkelen. Werken gebeurt dan niet om er iets voor terug te krijgen, maar om het product te fabriceren dat gemaakt wordt. Zo zorgt zijn lever er dan voor dat de giftige stoffen in zijn lijf afgebroken worden, zonder dat het stopt als er niks tegenover zou staan. Het enige wat het ervoor terugkrijgt is dat het lijf goed functioneert en de ‘dankbaarheid’ van de andere organen en cellen dat ze bevrijd zijn van die giftige stoffen. Maar dat zijn dus niet de redenen waarom de lever dan werkt. Er zullen veel cellen (slapende, zieke of gehandicapte) en organen (overbodige) in het lijf zijn die niets fabriceren of presteren. Zij werken niet. Toch zijn ze in dit gezonde functioneren van uw lijf even waardevol en van belang.

De behandeling

 De arts stelt voor een antistof toe te dienen: Basisinkomen. Een middel dat de werking van geld en bezit tegengaat. Het middel is nog in ontwikkeling. Het verlicht de ergste symptomen, maar het roept in het lijf nog de nodige weerstand op. Het bevat nog wel sporen van de drug – het blijft immers geld – maar doordat het losgekoppeld is van arbeid of prestatie, doorbreekt het de logica van ruilhandel, een van de bijwerkingen van geld en bezit.  Iedereen krijgt, ongeacht prestatie, een vast deel. Zo vermindert het de afhankelijkheid van de drug en wordt de afkickpijn dragelijker. Ze waarschuwt wel: dit is geen definitieve genezing. Er zijn op dit moment nog geen geneesmiddelen, die je helemaal clean kunnen maken. Het kan slechts de weg effenen naar een samenleving die écht zonder geld en bezit functioneert.

Ze vertelt de heer de Maatschappij dat hij binnen haar team ook wel mijnheer Samenleving genoemd wordt. De arts: “In die benaming komt mooi naar voren waar we naar toe willen een wereld waarin we echt samenleven. Een wereld waarin we niet tegenover elkaar staan, maar ervoor proberen te zorgen dat iedereen het naar zijn zin heeft en rekening houdt met de wereld buiten zichzelf. U heeft zelf ook best in de gaten dat geld en bezit uiteindelijk niet bevredigen. Ik probeer u er nu van te overtuigen dat geld en bezit niet alleen niet bevredigen, maar de aanzet vormen voor alle ziektesymptomen die u nu vertoont: ongelijkheid, armoede, oorlog, sociale onrust, klimaatcrisis, milieuverontreiniging en nog wat van die zaken. Het is natuurlijk aan u om daar iets aan te doen en, als arts,  wil ik u daar graag bij helpen, voor zover dat binnen mijn mogelijkheden ligt.”

Verdere acties nodig

Nadat de arts de spuit Basisinkomen toegediend heeft, vertrekken we naar het agro-industrieel-complex waar de ernstig verslaafde mevrouw de Boer met haar gezin woont. De arts vertelt dat dat complex wordt geteisterd door een groot aantal dealers: banken. Zij blijken deel uit te maken van een groot dealernetwerk, de financiële wereld, waarin de familie Grootkapitaal de dienst uitmaakt. Het is dweilen met de kraan open, als die niet aangepakt wordt.

 

Wil je reageren? Ga naar:

    Maak jouw eigen website met JouwWeb